22 september 2007

TAALVRIJHEID

In een opiniestuk in De Standaard van nu donderdag 20 september ("BHV: Kan het eerlijk en redelijk ?"), pleit Etienne Vermeersch ervoor dat onderhandelaars in de huidige communautaire crisis het eerlijk en redelijk BHV-voorstel van Philippe Van Parijs ernstig zouden nemen. Enkele deelgebieden toevoegen aan Brussel in ruil voor de afschaffing van de faciliteiten, voor de definitieve en absolute verankering van het territorialiteitsbeginsel, daar komt het op neer.

Het is een voorstel tot akkoord over BHV, om daarna over ernstige onderwerpen te kunnen spreken bij de huidige crisis in de regeringsonderhandelingen, en op zich is dat al bijzonder positief. Een stem als die van Etienne Vermeersch die oproept om er de nodige aandacht aan te schenken, is dus ook bepaald constructief te noemen.

Jammer genoeg bevat het artikel van Etienne Vermeersch meer dan alleen deze oproep. In de toelichting erbij blijkt een visie ten aanzien de Belgische communautaire thema’s die typisch Vlaams-nationalistisch en dus negatief kan genoemd worden. Ik neem er twee punten uit: "het territorialiteitsbeginsel als bron van pacificatie" en "het blinde geloof in het bestaan van het Vlaamse Volk".

A. Het territorialiteitsbeginsel brengt geen pacificatie
In zijn artikel waarschuwt Etienne Vermeersch voor het "uithollen" van het territorialiteitsbeginsel. Zulks zou een ernstige evolutie zijn, vindt hij, want het territorialiteitsbeginsel zou bron zijn van pacificatie. Om dat te illustreren verwijst hij naar de "Vrede van Westfalen"(1648) en naar het "Congres van Wenen"(1815). Waarom die stelling fout is, zal ik hier verder toelichten.

Op één of andere manier kan men de bron van het territorialiteitsbeginsel zien in het bewind van de Romeinse Keizer Constantijn I. Zoon van een Romeinse edelman en een prostituee, wist hij met behulp van het leger de macht te grijpen. Verschillende van zijn veldslagen tegen concurrenten won hij in naam van het Christendom, en eenmaal alleenheerser maakte hij van het Christendom de staatsgodsdienst van het door hem herenigde Romeinse Rijk. Opdat de kerk haar rol van steun aan zijn almacht ten volle zou kunnen spelen, liet hij de Kerkvaders orde op zaken stellen en een orthodoxe leer opstellen: de katholieke kerk als machtsinstituut was geboren bij het "Concilie van Nicea". De Kerk ondersteunde de Keizer, en omgekeerd.

Vraag bleef wel wie van beide, Kerk of keizer, binnen die machtsuitoefening, het belangrijkste was. Die strijd, tussen Kerk en Staat, duurt nog voort tot de dag van vandaag.

Na de val het Romeinse Rijk ontdekte de Frankische elite (meer was het immers niet) al snel de ondersteunende waarde van een staatsgodsdienst. Karel de Grote voerde rond 800 een algemeen gedwongen verkerstening door en stichtte het "Heilige Roomse Rijk" , dat zou blijven bestaan tot het duizend jaar later door Napoleon bij de slag om Austerlitz naar de geschiedenisboeken werd verwezen. De staatsstructuur van Constantijn I herhaalde zich na 800.

Die toestand bleef onveranderd tot in de zestiende eeuw de Europese godsdienstoorlogen uitbraken. Om aan die bloedige conflicten een oplossing te bieden, werd in 1555 de Godsdienstvrede van Augsburg gesloten door Karel V. Het basisprincpe daarin was: "Cuius regio, eius religio", dwz "Elk land zijn godsdienst". Het Heilige Roomse Rijk raakte enigszins versnipperd tussen homogeen katholieke en homogeen protestante landen. De "Vrede van Westfalen" , waarnaar Etienne Vermeersch verwijst, bevestigde in 1648 dit principe.

Maar is dit "territorialiteitsbeginsel", dwz "Elk land zijn godsdienst" , wel echt en waarachtig "pacificatie" te noemen? Het veroorzaakt allereerst volksverhuis waarbij families uit elkaar worden gerukt, wanneer mensen gaan wonen in het land van "hun" godsdienst". Het veroorzaakt een interne machtsstrijd binnen elk land, omdat wie de macht bekleedt, ook de godsdienst bepaalt. Het veroorzaakt een doorgedreven en afgedwongen homogenisering van de cultuur en van de godsdienst binnen elk land, bij ons bekend als de "contrareformatie". "Aanpassen of opkrassen" was de leuze, en is nog steeds de essentie van het territorialiteitsbeginsel. Vermoord worden hoorde toen ook bij de keuzemogelijkheden.

Enigszins verbijsterend is het daarom ook dat Etienne Vermeersch in één adem daarmee verwijst naar "Paris vaut bien une messe", want die uitspraak van de Franse Koning Hendrik IV staat haaks op het territorialiteitsbeginsel. Ook het officieel katholieke Frankrijk werd in de zestiende eeuw getroffen door bloedige conflicten tussen de katholieken en de protestante hugenoten. Tot door een speling van het lot een hugenoot, Hendrik IV, in 1593 de troon moest bestijgen. "Paris vaut bien une messe", zei Hendrik IV, en bekeerde zich tot het katholicisme. Zijn bekering was echter protocollair en Hendrik IV vergat zijn protestante afkomst niet. Hij onderhandelde met beide partijen en vaardigde uiteindelijk het "Edict van Nantes" uit, een eerste vorm van actieve godsdienstvrijheid in een overwegend katholiek land.

In 1629 ontnam de Franse kardinaal Richelieu de hugenoten opnieuw hun rechten, in 1685 trok Lodewijk XIV, de "Zonnekoning" het edict definitief in. 500000 Hugenoten ontvluchtten het land, met een emigratieverbod en gedwongen bekeringen tot gevolg. De onder dwang bekeerden omhelsden echter niet weinig het nieuwe rationalisme ipv het katholicisme, tot uiteindelijk in 1789 met de Franse Revolutie een democratische echte Godsdienstvrijheid het licht zag.

Tegen die democratische godsdienstvrijheid vormden de Europese naties een alliantie, die uiteindelijk in 1815 door Klemens von Metternich gebundeld werd tijdens het Congres van Wenen in "De Heilige Alliantie" , een pan-Europees aristocratisch verbond dat de restauratie van het Ancien Régime beoogde en die elke vorm van democratisering binnen Europa moest fnuiken. De Belgische revolutie van 1830 was op één of andere manier een liberale opstand tegen deze reactionaire politieke agenda, en zo belichaamt België als natie de erfenis van de Verlichting.

"Paris vaut bien une messe" , als begin van democratische godsdienstvrijheid, op een hoop gooien met de reactionaire aanspraken op cultuurhomogeniteit van de Vrede van Westfalen en van het Congres van Wenen, zoals Etienne Vermeersch doet, is wel bijzonder misplaatst, want beiden staan werkelijk haaks op elkaar: cultuurvrijheid tegenover cultuurdwang.

Het territorialiteitsbeginsel is dus helemaal geen garantie op pacificatie, zoals Etienne Vermeersch meent, integendeel, het staat voor culturele dwang die alle redding zoekt in monocluturele homogeniteit en die culturele verscheidenheid als een "kost" en als en "gevaar" beschouwt.

Net zoals gedwongen bekeringen onder het motto "Elk land zijn godsdienst" geen oplossing zijn voor religieuze conflicten, net zo min is territoriale twaaldwang de oplossing voor taalconflicten. Om die reden is het zo betreurenswaardig dat de Vlaamse Regering meer en meer afglijdt naar een fundamentalistisch regime. De "Vlaamse identiteit" is voor de Vlaamse Regering wat "moslim-zijn" betekent voor islamintegristen, "Nederlands" is voor deze taal-fundamentalisten wat de doop is voor het Vaticaan of de baard/hoofddoek voor moslimfundamentalisten. "Vlaanderen" wordt zo een soort "Iran aan de Noordzee" waar de "Vaste Commissie Taaltoezicht" de rol op zich neemt van de "Raad van Hoeders", de boetes wegens het gebruik van Franstalige borden volgen dezelfde logica als de boetes in Maleisië tegen wie niet deelneemt aan de ramadan.

Zoals godsdienstvrijheid de oplossing is voor religieuze diversiteit, zo is taalvrijheid de oplossing voor taalverscheidenheid. Godsdienstvrijheid betekent in de eerste plaats verbod op fundamentalisme en het recht op afvalligheid: voor taalvrijheid geldt hetzelfde.

Het territorialiteitsbeginsel hoeft daarom niet volledig afgeschaft, maar wel minimalistisch geïnterpreteerd tot de verplichte beschikbaarheid van Nederlandstalige documenten boven de taalgrens. Ook zou men voor en over heel België kunnen denken aan een concept als "erkende talen" naar het voorbeeld van "erkende godsdiensten", en, in de geest de voorstellen van de historicus Godefroid Kurth rond 1900, in die lijn werk maken van versterking van de meertaligheid, niet van de ééntaligheid. "Uitsluitend" eentalig Nederlands is als taalfundamentalisme volstrekt overdreven. De vrees van sommige Franstaligen in de rand om in een vijandig-eentalig Vlaanderen terecht te komen, is zeker te begrijpen:

"Vijandig eentalig Vlaanderen”Het idee van een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde of zelfs van het land, doet de Franstaligen meerderheden in de faciliteitengemeenten vrezen in een vijandig eentalig Vlaanderen terecht te komen. Met als mogelijk gevolg het verlies van toegang tot Franse rechtspraak, het verdwijnen van Frans onderwijs, het verstikken van het Franstalig cultureel leven. (Belga)"

B. Dat "Het Vlaamse Volk" zou bestaan, is een collectieve waan
Etienne Vermeersch is medeoprichter van SKEPP, en skeptische vereniging die het gericht heeft op alle "bijgeloof".

"Napraterij zijn helaas meer regel dan uitzondering.(...). In de media krijgen deze zaken zoveel kritiekloze publiciteit, dat veel mensen gaan geloven dat het om werkelijke feiten, werkzame middelen of erkende stromingen gaat. Naast veel onschuldig bijgeloof, zijn er steeds weer naïeve adepten of cynische slimmeriken die deze goedgelovigheid uitbuiten. SKEPP is van mening dat mensen recht hebben op correcte informatieverspreiding. vraagt harde bewijzen en/of logische verklaringen in plaats van vergezochte en ongecontroleerde verhaaltjes. (...) Tegelijk waarschuwt SKEPP voor gebakken lucht of regelrecht bedrog dat zij door haar onderzoek maar al te vaak ontdekt. (...) SKEPP bestaat uit een groep nieuwsgierigen die graag willen weten hoe de wereld in elkaar zit, en er niet van houden zich een oor te laten aannaaien."

Verbijsterend is het dan wel te merken dat Etienne Vermeersch vatbaar is voor de waanidee dat er zoiets zou bestaan als "Het Vlaamse Volk", in de zin dat er zoiets zou bestaan als een "Vlaams Volk" dat als groep netjes zou samenvallen met de inwoners van het Vlaams Gewest. Niet alleen gelooft Etienne Vermeersch in het bestaan van Het Vlaamse Volk, hij gelooft ook in het bestaan van "De Vlaamse Identiteit" (liefst "inclusief") , de daarmee samenhangende collectieve waanvoorstelling.

Bestaat "Het Vlaamse Volk"? Natuurlijk niet.

Stel dat ik begin te tellen van bij de Frankische invallen in het Romeinse Rijk. Het gaat over een kleine elite van Germaanse krijgers die de Romeinse elite verjoeg, en zich vermengde met de plaatselijke Gallo-Romeinse bevolking. Wie stamt er vandaag af van deze Franken?

Stel dat ik begin te tellen van bij de Guldensporenslag. Om te beginnen ging die om een conflict tussen het Graafschap Vlaanderen (= Frans Vlaanderen, West- en Oost-Vlaanderen, Zeeuws Vlaanderen) met Frankrijk, dat is niet het grondgebied van het huidige Gewest Vlaanderen, want het had de Schelde als natuurlijke grens. Maar verder: wie zijn daarvan de afstammelingen? Velen emigreerden naar alle delen van de wereld en vooral naar Nederland. Velen immigreerden: Bourgondiërs, Spanjaarden, Oostenrijkers, Fransen, Duitsers, Engelsen, Amerikanen, Canadezen, Italianen, Hongaren, ....

Een gemeenschappelijke cultuur is in "Vlaanderen" er al evenmin als een gemeenschappelijke afkomst en geschiedenis. En zelfs de taal is verscheiden. Het Algemeen Nederlands is een kunstmatige en volksvreemde taal, en er worden door de bevolking tientalle niet-Nederlandse talen gesproken in de huiskamers. Bovendien is taal slechts één element van identiteit, en is identiteit maar één van de vele functies van taal.

Stel nu dat het toch op basis van enkele culturele kenmerken zou mogelijk zijn een "Vlaams Volk" te beschrijven met enigszins een "Vlaamse identiteit", dan is het volstrekt zeker dat die groep mensen niet samenvalt met de groep burgers van het Vlaams Gewest.

De stelling dat "Het Vlaamse Volk" bestaat in de betekenis als het gebruikt wordt door de Vlaamse politieke kaste, en niet in het minst door CD&V/N-VA en Vlaams Belang, is larie en apekool, een collectieve waanvoorstelling die in onwaarschijnlijkheid zeker niet moet onderdoen voor het geloof in wekelijks bezoek door buitenaardse ruimtetuigen.

Een concept "Vlaams Volk" is eerder een manipulatie-instrument ter homogeniseren van de cultuur, in de betekenis van de contrareformatie, "elk land zijn cultuur" zoals in de Vrede van Westfalen. Het is geen beschrijving van een reëel bestaande toestand, maar een waan over een te bereiken "ideaal" van Vlaams-nationalisten, een aanfluiting van de redelijke vrijheid die vervat zit in multicultureel burgerschap.

Vlaams-nationalistische initiatieven zoals vergaande regionaliseringen, andere maximum snelheden op de wegen, een eigen Vlaamse gebarentaal, enz dienen dan ook om deze fictieve Vlaamse identiteit op te dringen en om de bevolking ten noorden en ten zuiden van de taalgrens van elkaar te vervreemden, met de bedoeling een verantwoording te vinden voor gescheiden (deel)staten. Dat noemt men in CD&V-kringen dan "radicale subsidiariteit", maar men vergeet erbij te vermelden dat "radicale subsidiariteit" niets minder is dan discriminatie op basis van woonplaats. Het discours over "Het Vlaamse Volk" of over "Vlaamse identiteit" staat dus principieel in dienst van en discriminatiediscours op basis van "ware volksaard".

Wil SKEPP aan die collectieve waan, dat "Het Vlaamse Volk" zou bestaan, ook de nodige aandacht besteden?

1 opmerking:

Clepsydre zei

Dank u wel om wat ik denk ( maar in frans) te zegen...
Men moet tegen het nationalisme strijden dat een voortplantingsidee van conflicten is. Bedankt ook voor de welkome historische verlichting.