17 november 2007

DIALOOG voor een MODERN BELGIË

Een "Raad van Wijzen", een "Nationaal College van Dialoog", het zijn zeer goede initiatieven om op basis van respect een uitweg te vinden uit de huidige communautaire regimecrisis. Ook Didier Reynders neemt het concept "evenwichtige staatshervorming" en "dialoog" in de mond.

Een goed initiatief dus, "dialoog", principieel dan toch, want er zijn verschillende valkuilen aan verbonden die geen succes maar mislukking en ontgoocheling garanderen. Of een dialoog succesvol is of niet, hangt immers niet (alleen) af van de goede wil en de motivatie van de deelnemers aan die dialoog, maar wordt bepaald door de onderliggende parameters van het gesprek.

Wie de "gebruiksaanwijzing" van het concept dialoog niet naleeft, stevent met zekerheid af op een miskukking.

Met welke valkuilen kan dit "Nationaal College van Dialoog" geconfronteerd worden?

Om terecht een dialoog genoemd te kunnen worden is een gesprek volkomen evenwichtig en open of het is geen dialoog. Een dialoog werkt op basis van probleemstellingen en feitenanalyses, niet op basis van eisen, a priori’s of voldongen feiten.

Iemand die beweert een "rechtmatige eisen tot verdergaande regionalisering met dialoog te willen bereiken", raaskalt en verkoopt klinkklare onzin. Een vast- en vooraf bepaald einddoel is immers dialoogbelemmerend en zelfs gewoon strijdig met het concept op zich. Een dialoog werkt creatief en gefaseerd naar oplossingen toe: begrijpen, brainstorming en daarna pas de bezwaren.

Wat maakt een gesprek tot dialoog? Zonder volledig te zijn, verwijs ik naar de behoefte om van elkaar te leren, om te onderzoeken en te ontdekken en zo vertrouwen te scheppen. Daaruit kunnen dan voorstellen gedaan worden tot een oplossing, voorstellen die opnieuw onderzocht kunnen worden. Het komt er dus op aan samen op redelijke gronden na te denken over een probleem van gemeenschappelijk belang.

Maar dialoog heeft bestudeerde en goed gedocumenteerde obstakels: onvoldoende luisterbereidheid, niet voor zichzelf spreken maar voor een "groep", willen overtuigen ipv willen begrijpen, niet alle betrokken partijen horen, angst, machtsvertoon, dreigementen, strakke dead-lines, wantrouwen, invloed van buitenaf of povere communicatie.

Daarom worden soms gespreksregels afgesproken, zoals het "praatstokje" :

1. Laat de ander zijn/haar verhaal vertellen. Vertel op dat moment a.u.b. niet jouw verhaal.

2. Geef niet je mening over hun ervaringen.

3. Waardeer het verhaal van anderen, oordeel niet.

4. Wees écht nieuwsgierig naar de ervaringen, gedachten en gevoelens van anderen. Probeer je open te stellen en tot je door laten dringen wat de ander zegt.

5. Sommige mensen zullen langer tijd nodig hebben om over hun antwoorden na te denken. Sta toe dat mensen zoeken, stotteren of dat het even stil is.

6. Spreek voor jezelf: praat zoveel mogelijk vanuit de ik-positie, vermijd “je”of “men”.

7. Vraag bij algemeenheden om concrete voorbeelden en om toelichting als je iets niet begrijpt.

8. Behandel de ander zoals jezelf zou worden behandeld: met respect en vriendelijkheid

Uit dit lijstje gespreksregels voor dialoog blijkt al hoe groot de kans op mislukken is van communautair overleg. Politici die zich opwerpen als de spreekbuis van "Alle Vlamingen" en niet uit eigen naam spreken (regel 6) , of die vervallen in algemene platitudes zoals "Vlaanderen wil meer bevoegdheden", vernietigen door hun stereotyperingen een mogelijke dialoog nog van voor hij begonnen is.

Volgens de principes van de sociocratie vindt dialoog ook plaats in een beperkte kring met een duidelijk gemeenschappelijk doel. Dat gemeenschappelijk doel maakt het samen-denken en oplossen mogelijk.

Daaruit volgt dan ook dat bij communautair overleg met het oog op het uittekenen van de krijtlijnen van een modern België, alleen deelnemers in de kring mogen opgenomen worden die deze doelstelling toegewijd zijn, en dat betekent dus geen separatisten of radicale confederalisten. Die laatste zijn uit op de vernietiging van België of op een confederale revolutie, en hebben dus geen plaats in te nemen in een "Nationaal College van Dialoog" dat wil werken aan een toekomst voor België.

Anderzijds is het nodig alle relevante partijen te horen, en dat hoeven niet noodzakelijk politici te zijn, zo lang zij maar dat doel van het uitwerken van een modern België oprecht voor ogen hebben. Belangrijk hierbij is een kring te ontwikkelen die generaties en gender doorkruist: de toekomst van België is een zaak van alle Belgen, Nederlands-, Duits- of Franstalig, jong of oud, man of vrouw.

Noch dwang, ook niet die van een tijdsschema, noch veto, noch consensus, maar onderlinge afstemming stuurt een vruchtbare dialoog. Deelnemers hebben het nodig de waarde van het bezwaar te ontdekken, ipv de confrontatie.

Ook is het nodig zich te hoeden voor de valse redelijkheid e.a. drogredenen. Daarbij vergist men zich door te denken dat het "rekenkundige gemiddelde" van twee fouten of twee posities noodzakelijk een goed resultaat oplevert. Zo van: "Als een vrouw nu aanvaardt om half verkracht te worden, dat klinkt toch redelijk". Of: "Hoeveel is 2 +2 ? 3? 3,5? Dan zal het wel 3,25 zijn".

Redelijkheid ontstaat door logische en morele analyse en constructie, niet door een "middleground" of "valse dilemma’s".

Het doel van "dialoog" is dus niet op manipulatieve wijze het instemmen met een eis bekomen. "Vlaamse eisen" staan dus als begrip haaks op het concept "dialoog". Ofwel eist men, of gaat men de dialoog aan, één van beide, de twee strategieën spreken elkaar tegen en zijn volstrekt strijdig.

De deelnemers aan de consultaties binnen een "Nationaal College voor Dialoog" zullen dus wel wat meer nodig hebben dan alleen wat abstracte "goede wil", dwz eerst en vooral inzicht in het wezen van het verschijnsel "dialoog".

Wie een dialoog wil aangaan, moet oprecht en eerlijk de theoretische regels die er eigen aan zijn, respecteren, anders is het volstrekt zinloos er nog maar aan te beginnen.

De resultaten die zo, weze het moeizaam en na voldoende lang beraad, (zullen) worden bereikt, doorstaan de eis der duurzaamheid: grondig en diepgaand doorgesproken en in overeenstemming bereikt kunnen zij de grondvesten uittekenen van een nieuw, modern België, van een Duurzaam België. Zo overwinnen we deze regimecrisis en slaan we de weg in naar een België met het oog op de redelijke zelfbeschikking en het welzijn van de burgers, naar een modern België, gestuurd door wetenschappelijk inzicht en redelijk discours, liberale democratie, met humanistische waarden, ecologisch en feministisch verantwoord.

Een communautair overlegplatform is een expressie van respect voor de burger. Staatsmanschap is vereist, voor wie zich bereid toont deel te nemen aan dit op te richten "Nationaal College voor Dialoog" , waarin een waardig overleg zich kan buigen over "De Drie Vragen: Waarom, Wat en Hoe?" van een komende staatshervorming.

Dialoog is een prima idee en een krachtige werkwijze, maar als men er onbezonnen of met een verborgen agenda aan begint, staat de mislukking nu al in de sterren geschreven.

Geen opmerkingen: