20 juli 2008

DE BELGISCHE REVOLUTIE TEGEN EUROPA

14 juli 1789, het begin van de Franse revolutie, het einde van het aristocratisch absolutisme in Frankrijk. Het begin van de democratisering van Europa onder de leuze "liberté, égalité, fraternité" , het begin van de mensenrechten, maar ook van de uniformiserende "langue nationale" die de verscheidene "patois" moest verdringen. Het einde van het dan 1500 jaar oude "Heilige Roomse Rijk" dat door Napoleon naar de geschiedenisboeken werd verwezen.

Heel aristocratisch Europa van de Noordzee tot het Oeralgebergte verklaarde Frankrijk de oorlog ten einde de monarchie te kunnen herstellen. Het werd een oorlog van één tegen allen, of beter, allen tegen één, waardoor de Franse overheid paradoxaal genoeg ten dele een dwangregime hanteerde om de cultuur van de vrijheid ingang te doen vinden. De algemene dienstplicht en de gedwongen secularisering waren er één voorbeeld van, het opleggen in de scholen en in de administraties van "le français, langue de la liberté" eveneens.

Na de slag van Waterloo in 1815 had de Oostenrijker Klemens von Metternich maar één doel: de restauratie van het Heilige Roomse Rijk en van de monarchieën in Europa. Hij hertekende Europa als fundering van een "Heilige Alliantie" van de internationale aristocratie tegen mogelijke verdere democratisering van Europa, tegen het liberalisme.

Maar het mocht niet baten. 1830 en 1848 werden ware internationale revolutiejaren, met de Marseillaise als universeel verzetslied tegen de tyrannie van het absolutisme. In Frankrijk tegen de ultra-reactionaire Charles X, in heel Europa tegen de Heilige Alliantie. Tijdens die democratiserende en liberale revolutiejaren tegen het Europa van Metternich werd ook het huidige België geboren. De aanstelling van de despoot Willem I als staatshoofd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was immers niets meer dan een onderdeel van zijn reactionaire Europese constructies.

Een liberale democratische republiek in het centrum van Europa, het was voor Metternich en de zijnen onverteerbaar. Nog voor het erkend werd, heeft België veel tegenstanders en vijanden gehad. Sommigen wilden de Belgische revolutie fnuiken door België op te doeken, dwz door het te verdelen tussen de Europese grootmachten. Frankrijk zelf werd pas in 1870 een republiek. Het compromis onder impuls van het reactionaire Europa werd een parlementaire monarchie. Nadat bleek dat de keuze voor de zoon van Willem I onrealistisch was, stemde Leopold van Saksen-Coburg-Gotha, die eerder de troon van Griekenland weigerde, toe om koning van België te worden. Willem II zou later wel Nederland democratiseren, meer dan tien jaar na de Belgische onafhankelijkheid, en mede uit vrees voor de revolutiegolf van 1848.

Ten gevolge van deze compromissen werd na de onafhankelijkheid de liberale democratie van België intern met twee vijandig gezinde stromingen geconfronteerd: het ultramontanisme van het koningshuis en van de hogere adel, en het ultramontanisme van de "volkse dorpspastoors". Liberale katholieken werden opzij geschoven, een proces dat nog versnelde nadat pausen de democratie verketterden in opeenvolgende encyclieken en bovendien zichzelf onfeilbaar verklaarden.

Toen de politieke strijd tussen de katholieke en de liberale zuil door de invoering van het algemeen stemrecht kantelde in het voordeel van de Katholieke Partij, die meer stemmen haalde in het Noorden van het land, ontstond de Waalse beweging van Jules Destrée. Met de Franse taal nogmaals in de rol van de "langue de la liberté".

In welke mate de eerste vorsten van België koele minnaars van de democratie waren, blijkt bij voorbeeld uit de wereldberoemde rede "We shall fight on the beaches" van Winston Churchill op 4 juni 1940, na de terugtrekking langs Duinkerke en voor het begin van de slag om Engeland. Enkele citaten van een Churchill, die blijkbaar op dat ogenblik Leopold III rauw lustte:

"… the British and French Armies who had entered Belgium at the appeal of the Belgian King;
(…)
But another blow which might well have proved final was yet to fall upon us. The King of the Belgians had called upon us to come to his aid. Had not this Ruler and his Government severed themselves from the Allies, who rescued their country from extinction in the late war, and had they not sought refuge in what was proved to be a fatal neutrality, the French and British Armies might well at the outset have saved not only Belgium but perhaps even Poland. Yet at the last moment, when Belgium was already invaded, King Leopold called upon us to come to his aid, and even at the last moment we came. He and his brave, efficient Army, nearly half a million strong, guarded our left flank and thus kept open our only line of retreat to the sea. Suddenly, without prior consultation, with the least possible notice, without the advice of his Ministers and upon his own personal act, he sent a plenipotentiary to the German Command, surrendered his Army, and exposed our whole flank and means of retreat."

De geschiedenis is bekend. De halfslachtige houding van Leopold III tegenover de democratie, en dus ook tegenover het fascisme, leidde tot de koningskwestie van 1950 en bracht de Belgische democratie op de rand van de afgrond.

Met het aftreden van Leopold III kwam er ook een einde aan de dubbelzinnige houding van de Belgische monarchie ten aanzien van de liberale democratie. Het Belgische koningshuis ontpopte zich tot een monarchie die de parlementaire democratie welgezind is en vervult de rol van vertrouwenspersonen en van waardige gezagsdragers achter de schermen, zoals ook de presidenten van Duitsland en Italië dat doen, een rol die in die mate de appreciatie van ieder burger verdient.

De anti-Belgische vijandigheid van de "dorpspastoors" gaat terug tot de periode van de Franse revolutie zelf. Toen riepen ze "Voor outer en heerd !" tegen de goddeloze "sansculotten". Tijdens het despotisch regime van Willem I legden sommigen zich toe op de verspreiding van een Algemeen Nederlands of Vlaams, als katholieke volkstaal tegen het Frans, de taal van de republikeinse revolutie. Na de Belgische onafhankelijkheid ontstond zo een stroming van ultra-orthodoxe Vlaamse katholieken die de Vlaamse volksaard willen beschermen tegen Franstalig liberaal verderf. In deze kringen gedijen de volbloedfascisten, toen, en nu nog steeds. Vroeger heetten ze Guido Gezelle, Hendrik Elias, Cyriel Verschaeve of August Borms, vandaag heten ze Wouter Beke, Eric van Rompuy of Kris Peeters. En ook nu worden ze onder meer gedreven door een radicale orthodoxie en door de anti-seculiere agenda van het Vaticaan, zoals die zich anno 2008 vertaalt in de Nieuwe Evangelisering van Joseph Ratzinger. Zij eisen bij wijze van staatsgreep confederalisme of separatisme, en zo, voor de tweede keer, na 58 jaar, staat België op de rand van de afgrond.

Net zoals de Belgische revolutie van 1830 niet alleen een opstand was tegen het despotisch bewind van Willem I, maar vooral tegen de Europese restauratiepolitiek van Klemens von Metternich, zo is het eveneens belangrijk te beseffen dat het bekrompen communitarisme diepe Europese wortels heeft. We hoeven maar te denken aan het Euro-nationalisme van Nicolas Sarkozy, afkomstig uit kleine Hongaars-Oostenrijkse adel en etend uit de hand van de paus.

Wanneer we vaststellen dat communitarisme en bijhorend "identiteitsbesef" actief worden gepromoot als "Europa der Volkeren" door de voortrekkers van een politiek verenigd Europa, wanneer we merken dat de Europese verantwoordelijken Europa langzaam maar zeker doen afglijden naar een verstikkende dwangmaatschappij volgens het design van de reactionaire Pan-Europese beweging, wanneer we merken dat het Vaticaan de katholieke theologie in een Europese grondwet wil en de facto een zoveelste restauratie van het Heilige Roomse Rijk nastreeft, en daarvoor nog gehoor krijgt ook, dan hoeft het niet te verbazen dat we in België anti-seculiere Vlaams-vlaamse oprispingen beleven.

Burgerrechten en volkerenrechten zijn strijdig met elkaar: de eerste zijn reëel, de tweede gevaarlijke luchtspiegelingen. Een volk is immers geen individu, geen mens, het kan zich niet uitspreken, want het heeft noch mond, noch stembanden. Communitarisme en personalisme, die verkondigen dat een volk een lichaam heeft en kan huwen en scheiden alsof het natuurlijke individuen betrof, zijn bedrog en vormen van "politiek correct" fascisme. Mensenrechten zijn individuele rechten.

Het boven genoemde bekrompen gemeenschapsdenken is overal in Europa aanwezig, de belegering van de lekenstaat is volop aan de gang, Europa wordt met de dag meer totalitair en verstikkend.

Daarom is een nieuwe liberale anti-Europese burgerrechtenbeweging nodig, net als in 1830 en in 1848: anti-flamingant zijn, betekent zich kanten tegen elke vorm van communitarisme, tegen een politiek verenigd Europa, tegen een politiek van een eengemaakt "Europa der Volkeren".

Anti-flamingant zijn, betekent ijveren voor burgerrechten. Voor menselijk welzijn, dat onmogelijk is zonder een redelijke individuele zelfbeschikking. Laat dat de essentie zijn van de strijd van 25 augustus 1830 tot 21 juli 1831, de essentie van België als natie, het onderwerp van onze nationale feestdag. Alleen kunnen we ons er best aan herinneren dat er geen "langue de la liberté" bestaat. Vrijheid kan in alle talen uitgedrukt worden. In alle talen van de wereld.

Geen opmerkingen: