20 maart 2007

WIT KONIJNTJE

De verkiezingen van 10 juni komen eraan, de kandidaten raken beetje bij beetje bekend. Antwerpen bleek een probleem, geen partij die een politicus had die de kamerlijst wou trekken. Men zou haast gaan denken dat de Vlaamse politici het federale niveau aan het boycotten waren. Misschien is de behoefte aan bekwame politici door de ingewikkelde federale structuur te groot, ook weer een reden tot herfederaliseren.

Maar nu blijkt er een heel rijtje politieke buitenstaanders de weg naar het parlement te zullen vinden. "Pluk iemand van straat en zet die op een verkiesbare plaats", het lijkt wel een politieke rage aan het worden. Het Vlaams Belang heeft Bruno Valkeniers (Hesse Noord-natie), CD&V Peter Leyman (Volvo), N-VA Jan Jambon (VISA).

En bij Sp.a, waar noch Patrick Janssens (Antwerpen stad), noch Sp.a-ondervoorzitster Caroline Gennez ("Vlaams" parlementslid) de lijst wilden trekken, komt uit de hoed van het Sp.a-partijbestuur Christine Van Broeckhoven gesprongen, de vermaarde moleculair-biologe en Alzheimer-specialiste: zij zal de Antwerpse kamerlijst trekken voor Sp.a. Aangezien groepen binnen Sp.a als "Sp.a-Rood" het partijbestuur verwijten dat het de beginselen van de socialistische beweging vergeten is, zullen ze haar aanwezigheid bij Sp.a goed kunnen gebruiken.

Dit verschijnsel "pluk eens een politicus van ’t straat" is niet nieuw, zeker niet binnen Sp.a. Het stelt echter verschillende principiële problemen voor onze democratie.

Elke partij heeft een legertje sympathisanten en militanten, en mensen die hard werken om "politieke carrière" te kunnen maken. Soms beginnen zij erg vroeg, in de jongerenafdeling van hun partij en getroosten zich gedurende jaren veel moeite en opofferingen om hun plaats op de lijst te verwerven. Hoe moeten deze zich niet voelen als ze hun begeerde plaats op de lijst aan hun neus zien voorbijgaan als die nog maar eens aan een "wit konijntje" wordt gegeven?

Een tweede probleem is dat deze manier van recruteren van politiek personeel de legitimiteit van de democratie ondermijnt. Iedereen weet dat Christine Van Broeckhoven verkozen zal worden en zelfs minister zou kunnen worden. Maar waarom? Ze mag dan een uitmuntende wetenschapster zijn, politiek is ze niet meer dan u of ik. Stel: u hebt een kennis als "janenalleman", en op leuke gezellige ogenblikken discuteert u er wat mee over "politieke kwesties". U staat beiden op gelijke voet en het enige argument dat telt tussen u beiden is de waarheid en de rede. De dag daarna wordt uw kennis politiek van ’t straat geplukt, en plots blijkt die één argument te hebben dat slechts aan sommige uitverkorenen wordt voorbehouden: het argument van de macht. Macht zonder inhoud, zulks vergroot de perceptie van particratie, van willekeur.

De steeds sterker wordende particratie is inderdaad het derde probleem. Niet alleen de "experten" zijn politiek onervaren, ook de slogan "meer arbeiders in het parlement" van Sp.a past in dat kader. Het lijkt erop dat het partijbestuur van de Sp.a parlementairen nodig heeft die braaf en netjes doen wat hen gevraagd wordt. Het probleem "partijtucht" stelt zich dan niet meer, die mensen vragen zelf om stemadvies bij gebrek aan eigen mening. Als de parlementairen zo afhankelijk worden van de macht van het partijbestuur, is ons parlement geen parlement meer, maar een theater.

Zagen we daar niet Greta D'hondt, die uit de politiek stapt, onder meer omdat inhoud en dossierkennis niet meer tellen? Want zo zei ze, in de oppositie maak je geen kans want je bent in de minderheid, en als parlemenatir van de meerderheid maak je ook geen kans, want je hangt vast aan de regering.

De "witte konijntjes" werden niet volstrekt willekeurig gekozen. Daardoor ontstaat dan weer de indruk dat politiek louter een zaak is van bedrijfsleiders of van academici.

En tenslotte blijft de vraag of vele van die "witte konijntjes" nadat ze zich hebben laten gebruiken en na een tijdje meedraaien in het politiek bedrijf, niet met een kater zullen achterblijven.

Uiteraard kan er geen bezwaar tegen zijn dat bij uitzondering mensen van "buitenaf" in de politiek stappen. Dat ze daarom recht naar de top moeten, dat is wat anders, en, volgens het berucht-beroemde spreekwoord "Trop, dat is te veel", kunnen we niet anders dan besluiten dat dit soort lijstvorming een bedreiging vormt voor de legitimiteit van onze democratie.

Het "wit konijntje", of de teloorgang van de representatieve democratie ?

Geen opmerkingen: