17 november 2007

DIALOOG voor een MODERN BELGIË

Een "Raad van Wijzen", een "Nationaal College van Dialoog", het zijn zeer goede initiatieven om op basis van respect een uitweg te vinden uit de huidige communautaire regimecrisis. Ook Didier Reynders neemt het concept "evenwichtige staatshervorming" en "dialoog" in de mond.

Een goed initiatief dus, "dialoog", principieel dan toch, want er zijn verschillende valkuilen aan verbonden die geen succes maar mislukking en ontgoocheling garanderen. Of een dialoog succesvol is of niet, hangt immers niet (alleen) af van de goede wil en de motivatie van de deelnemers aan die dialoog, maar wordt bepaald door de onderliggende parameters van het gesprek.

Wie de "gebruiksaanwijzing" van het concept dialoog niet naleeft, stevent met zekerheid af op een miskukking.

Met welke valkuilen kan dit "Nationaal College van Dialoog" geconfronteerd worden?

Om terecht een dialoog genoemd te kunnen worden is een gesprek volkomen evenwichtig en open of het is geen dialoog. Een dialoog werkt op basis van probleemstellingen en feitenanalyses, niet op basis van eisen, a priori’s of voldongen feiten.

Iemand die beweert een "rechtmatige eisen tot verdergaande regionalisering met dialoog te willen bereiken", raaskalt en verkoopt klinkklare onzin. Een vast- en vooraf bepaald einddoel is immers dialoogbelemmerend en zelfs gewoon strijdig met het concept op zich. Een dialoog werkt creatief en gefaseerd naar oplossingen toe: begrijpen, brainstorming en daarna pas de bezwaren.

Wat maakt een gesprek tot dialoog? Zonder volledig te zijn, verwijs ik naar de behoefte om van elkaar te leren, om te onderzoeken en te ontdekken en zo vertrouwen te scheppen. Daaruit kunnen dan voorstellen gedaan worden tot een oplossing, voorstellen die opnieuw onderzocht kunnen worden. Het komt er dus op aan samen op redelijke gronden na te denken over een probleem van gemeenschappelijk belang.

Maar dialoog heeft bestudeerde en goed gedocumenteerde obstakels: onvoldoende luisterbereidheid, niet voor zichzelf spreken maar voor een "groep", willen overtuigen ipv willen begrijpen, niet alle betrokken partijen horen, angst, machtsvertoon, dreigementen, strakke dead-lines, wantrouwen, invloed van buitenaf of povere communicatie.

Daarom worden soms gespreksregels afgesproken, zoals het "praatstokje" :

1. Laat de ander zijn/haar verhaal vertellen. Vertel op dat moment a.u.b. niet jouw verhaal.

2. Geef niet je mening over hun ervaringen.

3. Waardeer het verhaal van anderen, oordeel niet.

4. Wees écht nieuwsgierig naar de ervaringen, gedachten en gevoelens van anderen. Probeer je open te stellen en tot je door laten dringen wat de ander zegt.

5. Sommige mensen zullen langer tijd nodig hebben om over hun antwoorden na te denken. Sta toe dat mensen zoeken, stotteren of dat het even stil is.

6. Spreek voor jezelf: praat zoveel mogelijk vanuit de ik-positie, vermijd “je”of “men”.

7. Vraag bij algemeenheden om concrete voorbeelden en om toelichting als je iets niet begrijpt.

8. Behandel de ander zoals jezelf zou worden behandeld: met respect en vriendelijkheid

Uit dit lijstje gespreksregels voor dialoog blijkt al hoe groot de kans op mislukken is van communautair overleg. Politici die zich opwerpen als de spreekbuis van "Alle Vlamingen" en niet uit eigen naam spreken (regel 6) , of die vervallen in algemene platitudes zoals "Vlaanderen wil meer bevoegdheden", vernietigen door hun stereotyperingen een mogelijke dialoog nog van voor hij begonnen is.

Volgens de principes van de sociocratie vindt dialoog ook plaats in een beperkte kring met een duidelijk gemeenschappelijk doel. Dat gemeenschappelijk doel maakt het samen-denken en oplossen mogelijk.

Daaruit volgt dan ook dat bij communautair overleg met het oog op het uittekenen van de krijtlijnen van een modern België, alleen deelnemers in de kring mogen opgenomen worden die deze doelstelling toegewijd zijn, en dat betekent dus geen separatisten of radicale confederalisten. Die laatste zijn uit op de vernietiging van België of op een confederale revolutie, en hebben dus geen plaats in te nemen in een "Nationaal College van Dialoog" dat wil werken aan een toekomst voor België.

Anderzijds is het nodig alle relevante partijen te horen, en dat hoeven niet noodzakelijk politici te zijn, zo lang zij maar dat doel van het uitwerken van een modern België oprecht voor ogen hebben. Belangrijk hierbij is een kring te ontwikkelen die generaties en gender doorkruist: de toekomst van België is een zaak van alle Belgen, Nederlands-, Duits- of Franstalig, jong of oud, man of vrouw.

Noch dwang, ook niet die van een tijdsschema, noch veto, noch consensus, maar onderlinge afstemming stuurt een vruchtbare dialoog. Deelnemers hebben het nodig de waarde van het bezwaar te ontdekken, ipv de confrontatie.

Ook is het nodig zich te hoeden voor de valse redelijkheid e.a. drogredenen. Daarbij vergist men zich door te denken dat het "rekenkundige gemiddelde" van twee fouten of twee posities noodzakelijk een goed resultaat oplevert. Zo van: "Als een vrouw nu aanvaardt om half verkracht te worden, dat klinkt toch redelijk". Of: "Hoeveel is 2 +2 ? 3? 3,5? Dan zal het wel 3,25 zijn".

Redelijkheid ontstaat door logische en morele analyse en constructie, niet door een "middleground" of "valse dilemma’s".

Het doel van "dialoog" is dus niet op manipulatieve wijze het instemmen met een eis bekomen. "Vlaamse eisen" staan dus als begrip haaks op het concept "dialoog". Ofwel eist men, of gaat men de dialoog aan, één van beide, de twee strategieën spreken elkaar tegen en zijn volstrekt strijdig.

De deelnemers aan de consultaties binnen een "Nationaal College voor Dialoog" zullen dus wel wat meer nodig hebben dan alleen wat abstracte "goede wil", dwz eerst en vooral inzicht in het wezen van het verschijnsel "dialoog".

Wie een dialoog wil aangaan, moet oprecht en eerlijk de theoretische regels die er eigen aan zijn, respecteren, anders is het volstrekt zinloos er nog maar aan te beginnen.

De resultaten die zo, weze het moeizaam en na voldoende lang beraad, (zullen) worden bereikt, doorstaan de eis der duurzaamheid: grondig en diepgaand doorgesproken en in overeenstemming bereikt kunnen zij de grondvesten uittekenen van een nieuw, modern België, van een Duurzaam België. Zo overwinnen we deze regimecrisis en slaan we de weg in naar een België met het oog op de redelijke zelfbeschikking en het welzijn van de burgers, naar een modern België, gestuurd door wetenschappelijk inzicht en redelijk discours, liberale democratie, met humanistische waarden, ecologisch en feministisch verantwoord.

Een communautair overlegplatform is een expressie van respect voor de burger. Staatsmanschap is vereist, voor wie zich bereid toont deel te nemen aan dit op te richten "Nationaal College voor Dialoog" , waarin een waardig overleg zich kan buigen over "De Drie Vragen: Waarom, Wat en Hoe?" van een komende staatshervorming.

Dialoog is een prima idee en een krachtige werkwijze, maar als men er onbezonnen of met een verborgen agenda aan begint, staat de mislukking nu al in de sterren geschreven.

16 november 2007

FIER & ANTI-FLAMINGANT

"N-VA is een verderfelijke politieke formatie" , is een mening om met trots uit te dragen.

Zo las ik in een lezerscommentaar op een "krant-online" een mening die N-VA vergeleek met "bedorven voedingswaar die het geheel van de maaltijd vergiftigt" , wat mij betreft nog een vriendelijk eufemisme. Ik spreek over N-VA als zijnde onderdeel van de "Vlaamse Pest".

De immoraliteit en de verderfelijkheid van N-VA is uitgebreid, dit zijn alvast een tiental kenmerken van N-VA als Vlaams-nationalistische partij::

Vandalisme
N-VA-militanten amuseren zich met vlagverbrandingen van de Belgische driekleur, in het algemeen beschimpen en bekladden ze alles en iedereen dat en die Belgisch of pro-Belgisch is.

Systematisch ridiculiserend
N-VA is een bij uitstek discommunicatieve beweging. Zelfs de meest bezorgde en goedmenende kritiek wordt systematisch geridiculiseerd. Zo was er Bart De Wever die de draak stak met de uitspraak van Karel De Gucht ( "Mijn verstand is te klein om in te zien hoe een lastenverlaging kan, huhuhu,…" ), de spot met Herman De Croo "...dat hij geen Nederlands spreekt", enz.

Obsessief taalfundamentalisme
N-VA is de partij bij uitstek van het taalfundamentalisme. Voor deze partij is het zelfs niet voldoende dat iedere inwoner van het Vlaams Gewest Nederlands spreekt, het behoort ook proper en net AN te zijn, want dialect is "Belgicistische folklore" . N-VA beperkt zich daarbij niet tot de overheid maar wil het straatbeeld integraal vernederlandsen. Kortom: de politici van N-VA zijn onverbloemde Vlaams-integristen.

Irrationalisme
N-VA hanteert in debat en repliek een overvloed aan drogredenen. Wanneer Louis Tobback waarschuwt dat CD&V/N-VA te veel wil, antwoordt Geert Bourgeois met een ad hominem "Die zit in de oppositie". Wanneer Mathias De Clerq Vlaams-nationalisme een slopend gif noemt dat de rede verlamt, repliceert Geert Bourgeois "Oei, die scheldt" , alsof dat afbreuk zou doen aan de juistheid van de stelling. Anderzijds spreekt Bart De Wever over een Nederlandstalige die voor België kiest als "Zelfs een varken schijt niet waar het eet" , en de basic van N-VA, de “Twee-Volkeren-doctrine” is tegelijk een foutief feitengegeven, een ongepaste veralgemening en een petitio principii. Uiteindelijk is het de specialisatie van N-VA om zich oeverloos belachelijk te maken wanneer ze oproepen om het debat met "rationele argumenten" te voeren, en niet met "emoties", alsof ze zelf in staat zouden zijn een rationeel argument te formuleren.

Repressief en arrogant
Hierbij denk ik niet in het minst aan het incident waarbij Herman De Croo op en N-VA-veto stootte om bemiddelaar te worden. Bart De Wever stelde: "Ze vonden geen Vlaming en kwamen dan maar bij De Croo uit". Maar N-VA-militanten springen en schieten op alles wat Vlaams-nationalisme bekritiseert, zoals ook het CGKR mocht ondervinden.

Autoritair
Bart De Wever ziet zich als de behoeder van de Vlaamse politiek, die ervan gevrijwaard moet worden "scheve voeten" te zetten, dwz de door "God gewilde Apartheid van Vlamingen en Walen". N-VA ontpopt zich als Vlaams-nationale Inquisitie, zich bedienend van de door anderen geïnstalleerde particratie om zich "democratisch" te noemen.

Hysterisch
N-VA gaat volledig uit de bol bij elk Belgisch tintje dat aan een staatshervorming kan gegeven worden. Wie flamingant fora even doorleest, wordt overspoeld door de stank van "Skild en vrind" en "Vliegt de blauwvoet…"

Extreem-rechts
Bart De Wever bagatelliseert elke immoraliteit binnen het Vlaams-nationalisme. Hij minimaliseert het racisme van de moordaanslagen van Hans Van Themsche, de collaboratie was een detail, en zoals alle flaminganten zal hij, in contrast daarmee, de naoorlogs repressie wel een groot onrecht vinden. Ook het CGKR dient bijgesnoeid, volgens N-VA. In werkelijkheid behoort N-VA tot de politieke erfgenamen van het VNV, de collaborerende Vlaams-nationalisten van 1940. Ook het obsessieve taalfundamentalisme maakt N-VA tot een extreem-rechtse partij.

Immoreel
Ons land wordt nu al een klein half jaar gegijzeld door de flamingante obsessies van CD&V/N-VA, en het zal niet lang meer duren voor de daaruit volgende schade duidelijk wordt. Dat interesseert N-VA niet, die trekt het zich niet aan dat de burgers meegesleurd worden in een door CD&V/N-VA veroorzaakt destructief "avontuur".

Zonder scrupules
Uiteraard draait N-VA systematisch de dader/slachtoffer-rol om, zodat de "schuld" voor de regimecrisis in de regel bij "De Franstaligen" gelegd wordt. Met blik op oneindig stalken de N-VA-militanten alle kritikasters van het Vlaams-nationalisme.

Op die wijze ontstaat er een nu steeds weerkerend verschijnsel, het "kritiek-op-N-VA-staart-tussen-de-benen-patroon".

Jean-Luc Dehaene vroeg zich af "Quid N-VA?", daarmee duidelijk makend dat N-VA een obstakel is voor de regeringsonderhandelingen. Wat later volgde excuses: "Jean-Luc Dehaene (CD&V) heeft N-VA-voorzitter Bart De Wever verzekerd dat de nota die hij bij zich had toen hij bij de koning op audiëntie ging, een eigen werkstuk was en niet werd geschreven in opdracht van Yves Leterme of wie dan ook."

Na een uitspraak over buiklandingen door N-VA van Karel De Gucht, stelde Bart De Wever: "De uitspraken van De Gucht zijn deloyaal ten aanzien van één van de partners, en ook ten aanzien van het Vlaams front". Karel De Gucht werd plots een halve meter kleiner: het partijbureau van open-VLD liet weten dat zijn uitspraken "wat ongelukkig" waren en schaarde zich opnieuw achter de flamingante politiek van CD&V/N-VA.

De chaostheorie van Herman van Rompuy deed hem na N-VA "correctie" terugkrabbelen uit de formatiegesprekken, en de terechte politieke analyse van Armand De Decker, dat CD&V/N-VA aan de bron van de regimecrisis ligt, werd na een N-VA telefoontje door diezelfde met de een stroom excuses ingepakt. Armand De Decker benadrukte dat zijn woorden uit zijn context werden gerukt: "Ik heb op geen enkele manier het kartel willen aanvallen en CD&V/N-VA zeker niet verantwoordelijk willen stellen voor de moeilijke situatie waarin we momenteel verkeren" en hij beklemtoonde dat hij alleen maar wil verzoenen.

Het patroon: eerste scherpe kritiek om diezelfde kritiek daarna door dezelfde spreker ingepakt te zien in een mea-culpa-fontein-van-verontschuldigingen, het lijkt er wel op of sommigen van N-VA-politici suppernanny’s willen maken.

N-VA in de rol van Vlaams-nationale Inquisitie, maar vooral de zelfkleinmakerij en de ootmoedigheid van de "gecorrigeerden" en de postfactum-arrogantie van N-VA valt op: "...dat kan natuurlijk niet te dikwijls gebeuren". Wat een potsierlijk schouwspel. N-VA-politici maken zich steeds opnieuw onoverschatbaar belachelijk.

Bij wijze van besluit, de stelling: "N-VA is een walgelijke politieke formatie", of elke andere formulering die daar op neerkomt, is een mening voor en van waardige burgers, een mening om fier op te zijn. Anti-flamingantisme is een terechte bron van trots. Waardige, respectabele en weldenkende burgers zullen nooit tot Vlaams-nationalisme afglijden, en zij zullen steeds walgen van politieke formaties als N-VA, ongeacht hun naam.

Immers, waarom zou men respect opbrengen voor het verderfelijke, in casu, N-VA? Dat is zelfs strategisch niet verantwoord, en zeker niet voor Nederlandstaligen. Welk fatsoenblijk mens wil daarmee samenwerken? Welk soort mensen verleent steun aan een dermate weerzinwekkende politieke formatie als N-VA? Die kunnen niet anders dan zich in een moreel probleem gekneld weten, of hebben reeds een stuk van hun waardigheid ingeleverd. Ze zitten op zijn minst met "vuile handen". Of erger: ze zien in N-VA hun "gelijken".

Anti-flamingantisme is een noodzaak in confrontatie met de anti-Belgische agressie van de Vlaamse politiek, nu die gemonopoliseerd wordt door de erfgenamen van de Vlaamse Concentratie. Burgerinitiatieven voor een moderne vredelievende samenleving zullen noodzakelijk blijken.

In DM van 15 november staat het verhaal van een Waals dorpje, waar men nu, anno 2007, een naald kon horen vallen in de kerk toen een spreker besloot met de laatste woorden van een veertienjarige die door de bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gefusilleerd:

"Vous qui restez, soyez dignes de nous!"


Wees waardig, distantieer u van alle Vlaams-nationalisme. Wees Fier-en-Antiflamingant.

Lees ook: "Anti-flamingantisme als levenswijze"

15 november 2007

MARS OP BRUSSEL

Nu Marino Keulen met een tweede daad van Vlaams-fundamentalistische agressie tegen België onze Franstalige medeburgers wil vernederen, blijkt eens te meer dat we van de Vlaamse politiek geen positieve inbreng kunnen verwachten voor een mooie toekomst van ons land, maar eerder alleen anti-Belgische ellende.

Bij gevolg ontstaat de nood aan burgerinitiatieven, niet in de laatste plaats aan Nederlandstalige zijde, waaruit de nodige actie groeit om van België een vredelievende moderne samenleving te maken.

Wie aan zijn afkeer voor de Vlaamse politiek en zijn gehechtheid aan de eenheid van België, wil uiting geven, kan nu al deelnemen aan de Mars op Brussel die nu zondag 18 november 2007 doorgaat.

Informatie daarover vindt u op de websites http://www.bebelgian.be/ en http://www.18nov.be/.

We verzamelen zondag 18 november vanaf 10.00 uur aan het Brusselse Noordstation en de start van de mars is voorzien om 11.00 uur. Daarna gaat het via de Brusselse kleine ring en de Belliardstraat tot aan de ingang van het Jubelpark. De mars wordt daar afgesloten met feestelijkheden in het park.

13 november 2007

HOGE RAAD voor STAATSHERVORMING

Een "Raad van Wijzen" die los van de regering in de schoot van het parlement de toekomst van België zou uittekenen, is als naam wat oubollig gekozen, maar is wel een zeer goed idee en een gepast initiatief.

Het concept staat haaks op de drievoudige staatsgreep van CD&V: "Confederalisme nu!" . CD&V wil een staatshervorming (1), die inhoudelijk een confederale revolutie moet betekenen (2), en CD&V wil dat alles nu-onmiddellijk (3), als basisvoorwaarde voor verdere regeringsonderhandelingen. Deze poging tot staatsgreep door CD&V ligt aan de basis van de huidige regimecrisis, van de huidige (virtuele) burgeroorlog tussen flaminganten en Belgen.

Geen weldenkend mens kan zulk een ambitie steunen. Die weldenkende zal wel zijn oor te luisteren leggen naar de nood om de werking van onze instellingen te optimaliseren en om de overdrijvingen, vergissingen en fouten uit de vorige staatshervormingen bij te sturen.

Correct woordgebruik is daarom belangrijk, en laat ons een einde maken aan het gebruik van bedrieglijke eufemismen. Wat CD&V wil, is niet zo maar een staatshervorming, laat staan dé staatshervorming, maar het opdringen van een vergaande regionalisering van bevoegdheden, van een confederale revolutie.

Daarin wordt CD&V gesteund door media-propaganda op basis van flutpeilingen en polls bij de kranten De Standaard en Het Laatste Nieuws, alsook door VRT.

Het getuigt van veel groter respect voor het welzijn van de burgers om een communautair overlegplatform op te richten, een Ronde Tafel waarin de deelnemers op een constructieve wijze zonder tijdsdruk aan optimalisering van onze instellingen kunnen werken.

De naam "Raad van Wijzen" is misschien niet zo goed gekozen en roept wat te veel de geur van mottenbollen op. Wat is er (eventueel) mis met de naam?

Niet alleen Franstalige (mannelijke) senioren maar ook Nederlandstalige (vrouwelijke) jongeren kiezen voor België. Ik denk aan het kussengevecht bij de VUB-ULB en aan de geplande knuffeldag in Leuven. Een Raad van Oude Wijze Mannen, hoe goed en terecht ook bedoeld, onderstreept de flamingante imagovorming van België als zou België "passé" of "ouderwets" zijn.

Wijsheid is een goed concept, maar "redelijkheid" of "weldenkendheid" is beter, confederaal-separatisme is immers de ideologie van fanatici, en het verschil tussen beide is niet aan leeftijd gebonden.

Misschien hebben we een andere presentatie nodig: een modern België voor de toekomst, voor de nieuwe generaties, voor de jongeren, voor het welzijn van alle burgers. Daarom stel ik voor de naam te herformuleren tot "Hoge Raad voor Staatshervorming" waar (ook jonge) weldenkenden aan kunnen deelnemen, jongeren en ouderen die bezorgd en begaan zijn met de toekomst van ons land.

Parallel daaraan is het nodig orde op zaken stellen binnen Vlaamse politiek, en de filter die nu alle Belgicistische politici wegzuivert, te verwijderen. Vlaanderen dient voor België te kiezen, als regio, niet als (deel)staat.

Aan die Ronde Tafel die ik nu "Hoge Raad voor Staatshervorming" noem, kunnen ook niet-politici deelnemen: vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, van humanitaire organisaties, enz. weze het ter advies en overleg.

Het doel van deze "Hoge Raad voor Staatshervorming" is dan het in kaart brengen, ernstig nemen en oplossen van alle redelijke en onderbouwde bezwaren, om uiteindelijk onze instellingen en daarmee ons land om te vormen tot een duurzaam België, op basis van de (herijkte) waarden van de moderniteit.
De drie kernvragen voor deze Raad zijn: (1) de wenselijkheid van een staatshervorming (in welke mate, wat is de "urgentie" ?), (2) de inhoud van een staatshervorming (herfederaliseren, regionaliseren, herschikken, omvormen, herdefiniëren,...), (3) de timing, de werkwijze en de implementatie.

Is een staatshervorming nodig? Mogelijk wel, maar daarmee is nog niets gezegd over de inhoud ervan. Een evenwicht tussen herfederalsering en regionalisering, het vastleggen van kerntaken voor alle bestuursniveaus, een hiërarchie van bestuursniveaus, mensenrechtelijk-georiënteerde subsidiariteit (en geen "radicale subsidiariteit") als middel, zullen grondig aan bod moeten komen. Maar ook de verdieping van de democratie door het invoeren van federale kieskringen, de afschaffing van de opkomstplicht en het verbeteren van de ombudsdiensten kunnen niet onbesproken blijven.

De timing tenslotte is: zo lang als nodig blijkt, dwz tot alle redelijke en onderbouwde bezwaren zijn weggewerkt. Onderling respect en gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners is daarbij cruciaal. Op die manier kunnen we in alle rust werken aan een diepgaande hervorming in dienst van nationale eenheid, in dienst van de politieke stabiliteit die onontbeerlijk is voor het welzijn van de burgers.

Wat onaanvaardbaar is, is de huidige confederale CD&V-staatsgreep. Wat aanvaardbaar is, is de vraag naar het hertekenen van ons land, met het oog op een modern, duurzaam België.

De oprichting van een Ronde Tafel in het federaal parlement, van een "Hoge Raad voor Staatshervorming" is een goed initiatief. Er aan deelnemen, weze het "voorwaardelijk", is een uiting van verantwoordelijkheidszin en staatsmanschap dat de opportunistische partijpolitiek overstijgt. Grondig en diepgaand overleg is de te bewandelen weg, zonder staatsgreep, zonder kunst- en vliegwerk, in onderling respect. En als deze "Hoge Raad voor Staatshervorming" voorlopig dan "Raad van Wijzen" heet, wel ja, zo erg is dat dan ook weer niet, zo lang het doel duidelijk voor ogen staat: 1 België.

12 november 2007

VERLOREN ONSCHULD

Mijn persoonlijke politieke overtuiging noem ik groen-liberalisme, en aldus hoor ik bij geen enkele Belgische politieke partij. Mijn levensovertuiging zou ik kunnen omschrijven als een vorm van humanistische natuurmystiek met nadruk op immanente verbondenheid. U begrijpt het al: ik ben niet christelijk, laat staan katholiek. Ik heb een grote hekel aan elke vorm van religieus- en ander fundamentalisme, maar ik aanvaard en respecteer ten volle wie in het diepste van zijn intimiteit in de leer van Jezus van Nazareth een vredelievende zingeving voor zijn eigen leven vindt. Religie als realiteit vind ik zeker niet negatief, integendeel.

Christenen en de stembus, het blijft desondanks een moeilijke combinatie. Volgend op de naoorlogse "officiële" scheiding van Kerk en Staat, hebben de kerkelijke gezagsdragers besloten zich niet meer rechtstreeks met de wereldlijke politiek te bemoeien. De voormalige Katholieke Partij werd in 1946 omgevormd tot een christen-democratische beweging, gedragen door christelijk lekenactivisme.

Niettemin stemmen "nog steeds" vele welmenende en diepgelovige christenen principieel voor de "katholieke partij van dienst". Los van de concrete invulling van het partijprogramma bij een bepaalde stembusgang, zien zij zichzelf, dat is menselijk en moreel heel begrijpelijk, geen andere keuze maken.

Vele christelijk-gelovigen bevinden zich in die situatie, en laat mij bij wijze van voorbeeld Godfried Danneels aanhalen, de kardinaal van de Belgische katholieke kerk. Godfried Danneels houdt van soberheid en is liefhebber van Jazz-muziek. Hij drinkt graag een glas lekkere wijn, maar 10000 oude Belgische franken of dus 250 Euro spenderen aan een fles Bordeaux, vindt Godfried Danneels "immoreel". Ik zou dit eerder "overdreven" of zoiets noemen, maar ik weerhoud hierbij de appreciatie “immoreel” bij de kardinaal voor het kopen van duurdere wijnen.

En hoe denkt Godfried Danneels over politiek? Hij is toch ook stemplichtig, zoals alle Belgen? Het volgende is zijn antwoord op de vraag "Bent u ook zo trouw in uw politieke voorkeur?" :

"De stemming is geheim. Maar ik ben altijd standvastig geweest. Alleen is de partij soms van naam veranderd. (glimlacht) Mijn wereld ligt totaal buiten de politieke wereld, met opzet. Ik heb mijn opdracht, de politici hebben die van hun. Het is niet goed die te vermengen, ik ben geen keizer-koster. Ik ben kardinaal Danneels." (DM 17/08/2007)

Waarvan akte, Godfried Danneels heeft dus CD&V gestemd op 10 juni 2007. Maar zijn die christelijke standvastigheid en trouw in het licht van de huidige regimecrisis nog wel verantwoord en niet voor herziening vatbaar? Als die fles wijn van 250 Euro immoreel is, hoe zit het dan met een politieke partij die ons het land ernstig in moeilijkheden brengt, die een zware regimecrisis veroorzaakt?

Net als Godfried Danneels hebben vele goedmenende christenen CD&V gestemd omwille van de "CD", en niet omwille van de "V". Op dat ogenblik hadden zij nog kunnen denken dat CD&V vooral naar wat grootsprakerige middelen zocht om de verkiezingen te winnen, maar uiteindelijk voor een goed beleid zou zorgen, voor een degelijk "christelijk beleid". Nu de regimecrisis duidelijk wordt, is het vandaag echter onmogelijk om nog langer onwetend te zijn over de ware bedoeling van CD&V, namelijk de intentie om een ware confederale revolutie te ontketenen in België, zelfs als de eruit volgende regimecrisis betekent dat die ambitie het land naar (of over) de rand van de afgrond duwt.

Naar aanleiding daarvan speelt er zich nu binnen de "Vlaamse" christen-democratische familie een ware machtsstrijd af tussen de obsessies van de Vlaams-nationalistische CD&V aanhangers, versus de verantwoordelijkheidszin van wat door N-VA smalend "CVP" wordt genoemd. Jan Jambon van de N-VA zei over de incidenten van vorige vrijdag:

"Dit was geen clash tussen CD&V en N-VA, maar tussen CVP en het kartel. Leterme behoort niet tot de CVP." (DM 10/11/07)

Jo Vandeurzen behoort dus ook niet tot de "CVP" maar tot CD&V. Over de kritiek die hij kreeg zal hij in de toekomst nog wel eens persoonlijk "zijn gedacht zeggen" , meldde hij op VRT in "De Zevende Dag".

Ik ga er daarentegen, in omgekeerde richting, niet mee wachten om hierover "mijn gedacht te zeggen": Jo Vandeurzen is een "politiek-crimineel".

Waarom is dat zo?

Op principieel vlak immers is het confederaal-separatisme, dat Jo Vandeurzen onderschrijft, intrinsiek immoreel want het pleegt een aanslag op de redelijke zelfbeschikking van de burgers. Voor Jo Vandeurzen moeten alle Vlamingen "Vlaams" zijn, wat dat ook moge betekenen. Hij stuurt aan op culturele homogeniteit en beoogt een soort staatsgreep: voor hem is een grote staatshervorming zelfs niet "te nemen of te laten", maar enkel "te nemen of te nemen". CD&V/N-VA beoogt de vernedering van al het "onvlaamse" binnen België.

Op pragmatisch vlak vergroot Jo Vandeurzen de flamingante massahysterie en blijft hij het onmogelijke najagen vanwege deze confederale obsessies en is hij zelfs bereid het land in gevaar brengen. Niet alleen is hij bereid het voortbestaan van België zelf in vraag te stellen, maar tevens kiest hij er nu nog steeds voor, na bijna een half jaar stuurloosheid, om de regeringsvorming te blokkeren en de regimecrisis te verdiepen. Stel u voor dat er zich vandaag een soort economische ramp of ander ernstig feit zou voordoen, een toestand die het krachtdadig optreden van een goedwerkende regering zou vereisen, wat dan ? Gaat Jo Vandeurzen dan de rekeningen en de kosten van de burgers persoonlijk op zich nemen ?

De media meldden:

"Voor hem is een staatshervorming nodig. Als de Franstaligen niet in die logica willen stappen, is er volgens hem een groot probleem. (…) Toen bleek dat de ernst van de situatie bij de Franstaligen niet was doorgedrongen, hebben de voorzitters van CD&V en N-VA vrijdag in een gezamenlijke verklaring de puntjes op de i gezet"

en VRTnieuws.net wist te vertellen:

"Jo Vandeurzen herhaalde in De zevende dag dat de Franstaligen moeten beseffen dat een staatshervorming een vraag is van alle Vlamingen. "

"Van alle Vlamingen", de leugen der leugens uiteraard. Voor deze toestand, dwz dat in de huidige omstandigheden Jo Vandeurzen een "grote" staatshervorming en dus een regimecrisis blijft verkiezen boven snelle regeringsvorming, is de beschrijving “onverantwoordelijk” te zwak. Hiervoor past alleen de term politiek-crimineel.

Zoals steeds tracht Jo Vandeurzen de schuld "op een ander" te schuiven en de slachtoffer/daderrol om te keren. Oprechte en bezorgde kritiek wordt systematisch door CD&V/N-VA geridiculiseerd, het besef dat Jo Vandeurzen het onmogelijke wil, dringt maar niet door. CD&V/N-VA is extreem-discommunicatief.

Op vrijdag 9 november maakte Jo Vandeurzen de verkeerde keuze en hij behoort voortaan tot Het Kwaad in de Belgische geschiedenis.

Mijn vraag: "Maar zijn die christelijke standvastigheid en trouw in het licht van de huidige regimecrisis nog wel verantwoord en niet voor herziening vatbaar?" , is daarom een vraag die ieder christen in "Vlaanderen" zich best zo ernstig mogelijk stelt, want wie voortaan nog "gewoon" CD&V stemt, staat op het punt een misdaad te begaan. Voortaan is niemand, geen enkel burger, hierin nog "onschuldig" . Iedereen weet wat de inzet is.

Maar goed, ik ben geen christen, en er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om ooit op CD&V/N-VA te stemmen. Ik kan me echter wel heel goed voorstellen dat sommige goedmenende katholieken in gewetensnood komen bij het aanschouwen van de politieke ravage die de CD&V-top vandaag aanricht.

Wat kunnen deze oprechte en welmenende christenen en christen-humanisten doen tegen het misbruik dat "hun partij" maakt van hun politieke keuze? Zich duidelijk distantiëren van de Vlaams-nationalistische koers van CD&V, als christen de CD&V-partijtop scherp bekritiseren, zou een degelijke en adequate eerste stap kunnen zijn.

10 november 2007

"07/11/07": HET VLAAMSE "PEARL HARBOR"

Sommige data worden geschiedkundige referentiedata, de val van Antwerpen op 27 augustus 1585, de slag bij Austerlitz op 2 december 1805 of van Waterloo op 18 juni 1815, of, meer recent "9/11" in New York. Ook zo is 7 november 2007, "07/11/07", de eenzijdige stemming van de splitsing van BHV in de Kamercommissie Binnenlandse Aangelegenheden, nu reeds een historische datum in de – Belgische - geschiedenis.

Niet materieel, maar wel intentioneel, kan men "07/11/07" vergelijken met de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. Die was een groot militair succes en richtte veel schade aan, maar bleek uiteindelijk het begin van de ondergang van het Japanse ultra-nationalistisch militarisme. Enkele jaren later lag Japan in puin.

7 November 2007, een historische datum...
Tijdens de avond na enkele minuten politieke Vlaamse lafheid, stelde de meeste journalisten aan de politici dezelfde vraag: "Wat nu?".

Die vraag "Wat nu?" is ondertussen duidelijk beantwoord: we staan aan het begin van een ernstige regimecrisis, van een (voorlopig nog) virtuele burgeroorlog tussen flaminganten en Belgen. Of er een federale regering komt of niet, doet er niet veel meer toe en is in vergelijking met de impact van deze regimecrisis een historisch detail.

Nochtans leek het eerst even anders en leefde er bij sommigen liberalen, zowel bij open-VLD als bij MR, de hoop om van de gelegenheid gebruik te maken om een zuiver sociaal-economische "noodregering" op de been te brengen, die tegelijk de communautaire twistpunten naar de achtergrond verwees. En dat zonder "smerige socialisten", wat wil een donkerblauwe kapitalist nog meer ?

Deze hoop bij open-VLD en MR op een sociaal-economische "procap"-noodregering verraadt hun typische "avoidance-avoidance"- conflict wanneer hen de keuze wordt voorgelegd tussen Vlaams-nationalistische separatisten en socialisten. Blijkt nu dat zowel open-VLD als MR zich bijzonder aangetrokken voelen door de extreem-rechtse maatschappelijke standpunten van N-VA.

De onderliggende deal was duidelijk: ofwel geen regering, en dus ook geen Leterme die premier wordt, of anders wel een Leterme als premier, maar dan alleen van een sociaal-economische noodregering. Yves Leterme als pasmunt voor de staatshervorming. Zo gezegd zo gedaan, het Paleis zette Yves Leterme opnieuw aan het werk en verwees het communautaire naar een op te richten "Raad van Wijzen".

CD&V stemde in en de zaak leek "in de sjakosj", maar dat was zonder de ware, grote en echte chef van Wetstraat, zonder de "one and only" Bart De Wever gerekend.

De N-VA blijkt in het kader van deze regimecrisis de Vlaamse communautaire lakens uit delen, de standpunten van het "Vlaams Front" te bepalen en zo nodig te corrigeren. Nadat Jean-Luc Dehaene, Herman De Croo, Herman Van Rompuy, Karel De Gucht en Patrick Dewael door N-VA naar het asiel werden verwezen, zette nu Bart De Wever zijn tanden in Yves Leterme en in het Koningshuis. In deze regeringsonderhandelingen is niets mogelijk zonder uitdrukkelijk toestemming van Bart De Wever. De N-VA lichtte in de krant De Morgen haar rol van Inquisitie over de ware Vlaams-nationalistische geloofsleer als volgt toe:

"Hier kunnen wij dan niet mee akkoord gaan. (…). De oranje-blauwe partijen moeten zich ertoe engageren dat ze werk maken van een staatshervorming. Maar we zijn niet in paniek. Als CD&V daar anders over denkt, moet er een correctie volgen. Dat is in deze formatie nog gebeurd." (DM 09/11/07)

En zo geschiedde, op bevel van Bart De Wever veranderde Jo Vandeurzen het CD&V-standpunt en klonk het: "Geen verdere regeringsonderhandelingen zonder staatshervorming". N-VA voegde daar de "day after" nadat CD&V dus weer in de N-VA-pas liep, aan toe:

"CD&V staat weer op onze lijn, het is in orde. (…) . Ze hadden de bocht ingezet, maar ze hebben die gecorrigeerd. Dat is goed, al kunnen ze dat niet te dikwijls doen. (…) . Dit was geen clash tussen CD&V en N-VA, maar tussen CVP en het kartel. Leterme behoort niet tot de CVP."

Welk citaat de functie van N-VA als "Vlaams-nationale Inquisitie over de Zuiverheid van de Vlaamse Politiek" bevestigt op een manier dat het niet potsierlijker meer kan.

CD&V is de voormalige CVP niet meer, en men kan zich afvragen hoe veel die "CVP" nog nodig heeft om CD&V te verlaten. Wordt het geen tijd dat ook aan "Vlaamse" kant een christen-humanistische partij het daglicht ziet, scherp onderscheiden van het flamingant-"personalistisch"-extreem-rechts van CD&V? Wordt het geen tijd voor een ware breuk binnen de "Vlaamse christen-democratie"?

Dat CD&V/N-VA veto tegen een sociaal-economische noodregering zonder grote staatshervorming staat haaks op het terechte en volkomen begrijpelijke veto van de Franstalige partijen, namelijk "geen regeringsonderhandelingen zonder vertrouwen". Niet weinigen wijzen er nogmaals op dat noch CD&V, noch de Vlaamse fractie, noch oranje-blauw op zich alleen een tweederde meerderheid heeft in het federale parlement.

En open-VLD? Die wacht af en loopt daarna, zoals steeds de laatste maanden, N-VA achterna. Het ex-Volksunie-verleden van Bart Somers is er zeker niet vreemd aan.

Dus: " Wat nu?". Wel, zoals voorspeld: de regimecrisis is compleet.

7 November 2007, een historische datum...
De Vlaamse politiek toonde definitief zijn waar karakter, zijn ware aard, dwz die van een Vlaams-integrisme, van een Vlaams-fundamentalistisch één-partijstelsel.

Voor N-VA betekent het werken aan de eenheid van België het zetten van "Scheve Voeten", een valse politieke agenda waarvoor N-VA de samenleving wil behoeden. Vlaams-nationalisme is de “Wil van God” (of een “sociologische realiteit”) en voor de De Weverkes-Bourgeoiskes&Co is Belgicisme is een vorm van godslastering. Die "visie" delen zij met CD&V en met het Vlaams Belang.

Het Vlaams Belang is dan weer uitgesproken anti-syndicaal en xenofoob, en vindt daarin de beste vrienden bij LDD, de libertarisch-extreem-rechtse flaminganten. Binnen het Vlaams fundamentalisme kunnen we de som van de extreem-rechtse partijen (N-VA, Vlaams Belang, LDD en extreem-rechts-CD&V) rekenen op 45% van de "Vlaamse kiezers", een getal dat overeenkomt met de "Vlaamse Concentratie" van voor de Tweede Wereldoorlog.

LDD leunt niet alleen sterk aan bij Vlaams Belang en bij N-VA, maar staat ook nog steeds dicht bij open-VLD, die op dit ogenblik niet minder kiest voor een uitgesproken flamingant en plat pro-kapitalistisch profiel. In lijn met Amerikaanse conservatieven wil open-VLD doen geloven dat kapitalisme dé oplossing is voor álle problemen, en in de eerste plaats voor armoede en voor milieuproblemen. "Flamingant en economisch-rechts" is binnen de huidige regimecrisis het ordewoord bij open-VLD, alle politieke invalshoeken die verder gaan dan "chacun pour soi" worden steevast "socialistisch" genoemd, en aldus genieten de sterk-rechtse economisch-liberalen volop en zonder schaamte van hun verwerpelijke collaboratie met N-VA.

Sp.a met ex-Volksunie-Spirit als aanhangsel, vervoegt het Vlaams Belang in de rol van flamingante zweeppartij. Het enige dat ze de oranje-blauw verwijt, is dat ze niet flamingant genoeg zijn. De Belgische socialistische partij is meer weg dan ooit tevoren.

En wat met Groen!? Die heeft zich moedig (of was dat toneel ?) onthouden bij de stemming in de kamercommissie binnenlandse aangelegenheden, maar Mieke Vogels en - eveneens ex-Volksunie - Bart Staes lieten weten:

"De onthouding van Tinne Van der Straeten in de kamercommissie Binnenlandse Zaken kreeg algemeen bijval. Volgens Vogels zal Groen! , als het zover komt, in de plenaire echter voor de Vlaamse B-H-V-voorstellen stemmen, tegen Ecolo in. Bart Staes van zijn kant betreurde het dat Ecolo in de commissie opstapte bij de stemming en dat Ecolo mee het belangenconflict heeft ingeroepen. "Dat verzwakt ons verhaal", klonk het. "(HLN 09/11/07)

Alsof die conformiteit binnen de Vlaamse partijen nog niet genoeg is, lieten ook de Vlaamse Regering en de flamingante werkgeversorganisatie VOKA van zich horen in een herhaalde eis tot "vergaande staatshervorming", wat het Vlaams-fundamentalistisch regime compleet maakt.

Het moge duidelijk zijn: er bestaat geen Cordon Sanitair en het heeft ook nooit bestaan. Mandatarissen wisselen vlot tussen alle partijen, maar vooral: het Vlaams Belang is de perfecte teamspeler die met extremistische standpunten de andere partijen een alibi van geveinsde redelijkheid verschaft. Een Vlaams politicus die nog verwijst naar of rekening houdt met het Cordon Sanitair, is een politicus die zichzelf ter plekke onsterfelijk belachelijk maakt.

De Forza Flandria is een feit: alle Vlaamse partijen zijn waarlijk en uitsluitend een afdeling van het Vlaams Belang (geworden). Alle Vlaamse politici zijn op hun eigen specifieke wijze "Vlaams-Belangers", "flamingant uitschot", behalve en met uitzondering van wie zich persoonlijk uitdrukkelijk distantieert van de huidige flamingante massahysterie.

7 November 2007, een historische datum...
Afgelopen woensdag betekende het definitieve begin van het 21ste eeuwse Belgische secessieconflict, van een nieuwe "Bellum Belgicum", nu niet tussen katholieken en protestanten, niet tussen Vlamingen en Walen, maar tussen Belgen (federaal-unionisten) en flaminganten (confederaal-separatisten).

Vanaf nu leven we in een maatschappij van veralgemeende vijandigheid en veralgemeend wantrouwen. Een regimecrisis of een toestand die zonder enige twijfel slachtoffers zal maken, weze het minder “mediatiek” of spectaculair dan in Noord-Ierland of in Baskenland. De voor journalistieke waarheden verkochte flutpeilingen, systematisch gehouden door Vlaams-nationalistische media als Het Laatste Nieuws, De Standaard, of de VRT, maken alvast deel uit van de daarbij horende "oorlogspropaganda".

Eén ding is zeker: misschien komt er na deze regimecrisis nog wel een federale regering, en loopt dit verhaal daarom niet "slecht af", maar "goed" wordt het de komende decennia zeker niet. De puinhoop die vandaag door de Vlaamse politici wordt gecreëerd, daar zullen de Belgische burgers jaren en jaren over doen om die opgeruimd te krijgen evenzeer om de diepe maatschappelijke wonden en de ellende te helen die de huidige Vlaamse politiek veroorzaakt.

Maar in de geschiedenisboekjes komen ze, de Vlaamse politici anno 2007. Hoe, dat is wat anders.

De hoop van België ligt bij de Belgische burgers, de ellende van België ligt bij de Vlaamse politiek. Laat ons onze creativiteit voor het welzijn van ons land ten volle benutten.

7 november 2007

NAAR EEN MODERNE STAATSHERVORMING: 1 BELGIË, 4 REGIO’S EN 12 PROVINCIES

De teerling is geworpen en de Nieuwe Orde is een feit. Een visbokaal gevuld met Vlaams-fundamentalistische "politici" stemde vandaag eenzijdig in de kamercommissie, onder leiding van Pieter De Crem, de zogenaamde "splitsing van BHV".

In vorige bijdragen over deze regeringsonderhandelingen wees ik er reeds op dat een separatist als Yves Leterme onaanvaardbaar is als eerste minister voor België. En ik wees ook reeds op de onmogelijkheid van een communautair compromis.

Het is immers de evidentie zelf dat men met "flamingant uitschot van De Wever tot De Gucht" geen federale regering kan opzetten noch onderhandelen. Mijn stelling, dat de Vlaamse politieke kaste in wezen een één-partijstelsel is verbloemd door soms theatrale schijnonenigheid, werd vandaag bevestigd door een stemming waarbij open-VLD (voor wie naast collaboratie met het Vlaams-nationalisme, een economisch rechts uitgesproken plat pro-kapitalistisch beleid "prioritair" is) en een markant flamingante Sp.a liefkozend hand in hand stonden met Vlaams Belang en CD&V/N-VA. Alleen Groen! had de politieke deugdelijkheid en de politieke moed om zich aan deze massahysterie te onttrekken.

De intellectuele en morele minderwaardigheid van de Vlaamse politieke kaste is daarmee door de feiten bewezen. Elke "Vlaamse" verwijzing naar het "cordon sanitaire" wordt voortaan oeverloos belachelijk, want het Vlaams Belang is een perfecte team-partner binnen het Vlaams-fundamentalisme van CD&V/N-VA/open-VLD/Sp.a, hetwelke ondertussen in de Franstalige pers niet zonder reden als "Vlaams-imperialisme" omschreven wordt. Geen van deze "Vlaamse partijen" kan zich nog zonder liegen en bedriegen "democratisch" noemen, dat is nu volkomen duidelijk.

Wat zal de toekomst brengen? Enerzijds zal Vlaanderen zich verder profileren en versterken als het fundamentalistisch regime dat het nu reeds is. Anderzijds gaan we jaren institutionele chaos tegemoet, waarbij Vlaams-geobsedeerde schreeuwers met veel decibels luchtspiegelingen over "volkeren" zullen levendig houden.

Nochtans zijn andere scenario’s mogelijk, zij het op basis van de rede die nu volledig zoek (b)lijkt binnen de Vlaamse politiek. Maar toch, wie weet… .

Hoe zou een staatshervorming, gericht op de waarden van de moderniteit, er kunnen uitzien?

Subsidiariteit is geen principiële must, maar in een globaliserende wereld met verschillende bestuursniveaus heeft men wel een antwoord nodig op de vraag op welk niveau welke bevoegdheden dienen waargenomen en met welk doel.

Daarom is het nodig bij een behoorlijke staatsordening te vertrekken van mensenrechtelijk-georiënteerde subsidiariteit, en niet de katholieke "radicale" of Europese "economische" subsidiariteit. Deze bevoegdheidsverdeling beoogt dan een betere implementatie van de mensenrechten, en, dat is belangrijk in Belgisch perspectief, hanteert weinig a priori wat betreft toewijzing van bevoegdheden. Elk niveau zal wel enkele daarbij horende kerntaken te vervullen hebben, maar voor het overige behoren bevoegdheden toegewezen aan het meest opportune niveau. Dat betekent zowel niveauverhoging als -verlaging, in functie van de historische omstandigheden.

Ook is daarmee niet principieel vastgelegd welk niveau "het dichtst bij de mensen" staat: stad, provincie of regio. Op die basis kunnen we België “hertekenen” als "in elkaar grijpende kringen" (volgens de ideeën van de sociocratie) , en daarbij hanteer ik het principe:



1 België, 4 Regio’s en 12 Provincies




België blijft daarbij de centrale overheid waaraan alle andere bestuursniveau verantwoording verschuldigd zijn. Dat betekent dat in een hiërarchie van bestuursniveau de volgorde geldt: België, regio, provincie, steden en gemeenten.

Aan dit centrale Belgisch bestuur ondergeschikt kunnen 4 regio’s afgebakend worden: Brussel, Vlaanderen, Wallonië en Eupen-Malmédy. De regionale bevoegdheden worden minimalistisch ingevuld, wat betekent dat een deel van de huidige Gewestelijke bevoegdheden geherfederaliseerd dient te worden. Een ander deel van de Gewestelijke bevoegdheden wordt overgedragen aan de provincies, zodat de huidige Gewesten (het zijn toch maar kunstmatige tussenniveau’s) omgevormd worden tot echte Belgische regio’s, tot overlegplatforms.

Om dit mogelijk te maken is het nodig twee nieuwe provincies te omschrijven: Brussel en Eupen-Malmédy. We hebben dan 12 provincies ipv de huidige 10: Brussel, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Henegouwen, Waals-Brabant, Namen, Luik, Luxemburg, Eupen-Malmédy. In Brussel en Eupen-Malmédy vallen regio en provincie dus samen. De provinciale werking wordt zo aanzienlijk uitgebreid, wat een bestuur "dicht bij de mensen" mogelijk maakt.

Brussel kan gezien worden als een internationale stad: zowel provincie, regio, hoofdstad van Europa, hoofdstad van België (en van de Belgische regio’s naar keuze). Dat het grondgebied van Brussel daarbij enige uitbreiding nodig heeft, is vanzelfsprekend.

Ook de steden en gemeenten hebben als laagste niveau een belangrijke taak bij implementatie van de mensenrechten. Nodig is dus het stedenbeleid te herfederaliseren en te onttrekken aan de bevoegdheid van de Gewesten, en opnieuw onder te brengen bij de kerntaken van de federale overheid.

Bij dit alles moet duidelijk zijn dat taalvrijheid belangrijker is dan de taaldwang van het territorialiteitsbeginsel.


Maar: om zulk een moderne staatshervormming te verwezenlijken, zijn verantwoordelijke en bekwame politici nodig. Die zijn aan Vlaamse kant op dit ogenblik niet beschikbaar, en het ziet er niet naar uit dat er snel integere politici hun plaats zullen kunnen innemen, al was het maar vanwege de filter die alle niet-flamingante politici vakkundig verwijdert uit de besturen van de Vlaamse partijen.

Ondertussen zal het groeiende aantal slachtoffers van de Vlaams-nationalistische massahysterie niet weten hoe en waar zich te beklagen. Vroegere goede relaties tussen burgers en wie weet met buren en zelfs familieleden, zullen verzuurd of verbroken worden door het maatschappelijk gif dat Vlaams-nationalisme heet, door de Vlaamse Pest. Vooral binnen Vlaamse grondgebied zal een klimaat ontstaan van veralgemeend wantrouwen, met alle gevolgen van verwaarlozing door onderling conflict tot gevolg. Het mag duidelijk zijn dat een inwoner van het Waals Gewest het geluk heeft dat hij niet op dagelijkse basis moet samenleven met flaminganten, en zulks in tegenstelling tot Nederlandstalige Belgen, die constant het risico lopen deze creaturen te ontmoeten.

De komende institutionele en bestuurlijke chaos, de toekomstige maatschappelijke sfeer van veralgemeende vijandigheid tussen flaminganten en (ook Nederlandstalige) Belgen, staat volledig op rekening van de Vlaamse politieke kaste.

Ik heb in een vroegere bijdrage gewezen op de gelijkenissen tussen de Belgische communautaire conflicten in deze 21 ste eeuw, en de secessieoorlog in de USA tijdens de 19de eeuw. Daar kan nu een element van overeenkomst aan toegevoegd worden: ook de Amerikaanse secessieoorlog begon met de afscheiding door de confederalen, een stap die hun ondergang inluidde. Het einde van het Japanse militarisme werd ingeluid door de aanval op Pearl Harbor. De toekomst zal uitwijzen of de huidige "overwinningen" van de "Vlaamse splitsingsdrift", "07/11/07", ook de ondergang van het flamingante confederaal-separatisme zullen betekenen. We kunnen het in elk geval hopen.

De maatschappelijk indringende politieke onverantwoordelijkheid verbindt de Vlaamse politieke kaste definitief aan het begrip "flamingant uitschot". Daar hebben deze politici zelf voor gekozen.

Laat dit een signaal zijn dat deze "appreciatie" van het Vlaamse politieke handelen door een stemgerechtigd burger volkomen gemeend is, én terecht. Het is een signaal dat de Vlaamse politici hebben verdiend.