3 juli 2007

CD&VATICAAN (2), De Vlag en De Leeuw

Onmiddellijk na zijn aantreden als Minister-President van de Belgische regio "Vlaanderen, liet Kris Peeters aan de media weten dat hij nog nooit met een leeuwenvlag had gezwaaid. IJzerbedevaarten zijn hem vreemd, en blijkbaar moet dat iets “geruststellends” hebben.

"Wat niet is kan nog komen"
, zal men bij N-VA denken. De opmerking van Peeters is in de eerste plaats een expressie van het personalisme van de nieuwe Minister-President.

Een gevolg van een personalistisch perspectief op de samenleving is immers een volstrekt gebrekkige sociologische analyse, waarbij maatschappelijke fenomenen uitsluitend verklaard worden door de karakterologie van de beleidsmensen, van de "herders". Wat maakt het nu uit voor de burgers of Kris Peeters een regelmatige bezoeker was van de IJzerwake of IJzerbedevaart? Hij is lid van CD&V/N-VA.

Hoe denkt Kris Peeters over de toekomst van België? Eenvoudig: als een rasechte confederalist, volledig naar de partijlijn van CD&V. Hij zegt:

"De solidariteit met een Waalse gehandicapte of met om het even wie het daar moeilijk heeft, vind ik, vanzelfsprekend....Ik wil wel een staatshervorming, maar het gaat er mij daarbij niet om om de solidariteit te verbreken, wel om het rationeel aanpakken van problemen waar zowel Vlamingen als Walen beter van worden. ...Er zijn de vijf resoluties van het Vlaams parlement uit 1999" (DM, 30 juni 2007)

En die 5 Vlaamse resoluties nam hij mee naar zijn onderhoud met de informateur, Didier Reynders, voor wie ze uiteraard oud nieuws waren. Maar vooral blijkt uit dit citaat van Kris Peeters de simplistische visie dat de discussie over unitarisme/federalisme/separatisme/confederalisme alleen over armen-solidariteit gaat, en niet over samenlevingsmodellen.

Zowel Cd&V als N-VA houden er tegenover "Wallonië" een koloniale visie op na: van het ogenblik dat het geld kost, moet het worden afgestoten. Bij wijze van ontwikkelingshulp, willen ze echter nog wel wat nonnekes en paterkes sturen, op missie in het verre Walenland.

Voor CD&V is het "Vlaamse Volk" door God gekozen, misschien zelfs uitverkoren, in elk geval Gods schepping. België, als een natie die niet samenvalt met Gods wensenboek, is dus des duivels, een creatie van Het Beest, “kunstmatig” in hedendaags CD&V-jargon.

Vandaag nog schrijft een KVHV-student uit Gent:

"Laten we ons in het KVHV dus verzetten tegen de vernietiging van Gods werk (het Vlaamse/Dietse volk) en ons katholiek Vlaams-nationalisme aanhouden tot de Belgische staat begraven is.

God ter ere, Vlaanderen ten bate!

Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus!"

Laten we daarbij niet vergeten dat KVHV als student vele Vlaams-nationalistische en katholieke politici huisvestte.

Het fanatieke, anti-democratische ultramontane katholicisme blijkt voor een belangrijk deel aan de wortels te liggen Vlaams-nationalisme. "Vlaamse frontvorming" en "katholieke frontvorming" gingen meestal samen.

Om die gemeenschappelijke frontvorming van Vlaams-nationalisten en reactionaire katholieken te verduidelijken, is het nodig een stukje "vergeten geschiedenis" op te rakelen.

De geschiedenis van CD&V begint niet in 1945 bij de stichting van de CVP, zoals de CD&V-site wil doen geloven. Op zich is die CD&V-voorstelling van hun eigen partijgeschiedenis al een leugen of minstens een mystificatie om haar onfris verleden te verbergen.

De geschiedenis van CD&V begint in 1869, vijf jaar na de uitvaardiging van de encycliek Quanta Cura die democratie en liberalisme tot "ketterij" herleidde. Charles Woeste (bekend van zijn afkeer voor priester Daens) nam de leiding van de toenmalige "Katholieke Partij", die tevens onder controle van het Vaticaan stond. In 1921 werd de katholieke Partij omgedoopt tot "Katholieke Unie" omdat ze zich openstelde voor meerdere standen.

In 1922 sterft Charles Woeste, en in 1936 komt "de ramp". Tijdens de verkiezingen van dat jaar lijdt de Katholieke Unie een historische nederlaag, waarbij ze haar kiezers ziet vertrekken naar VNV (Vlaams-Nationaal Verbond) en Rex (van de fascist Léon Degrelle).

Die verkiezingsnederlaag van 1936 zet de Katholieke Unie in rep en roer. De partij besluit te reorganiseren, en sticht onder de gemeenschappelijk naam "Het Blok der Katholieken" twee partijen: KVV (Katholieke Vlaamse Volkspartij) en PCS (Parti Catholique Social).

Aan Vlaamse zijde droomt men van een groot front tegen "de goddeloosheid". KVV knoopt besprekingen aan met VNV en met Rex. Eén van spilfiguren van deze "Vlaamse Concentratie" was Gaston Eyskens. Op 18 oktober 1936 lanceert deze "Concentratie" een "Oproep tot het Vlaamse Volk", waarbij één van de vier uitgangspunten "de oplossing van sociale problemen volgens de richtlijnen van de pauselijke encyclieken" was. De oproep is gericht aan “alle Vlamingen”, ongeacht of ze tot KVV, VNV, Rex of Verdinaso behoren, om samen een "katholieke, Vlaamse en volkse orde" tot stand te brengen.

Net zo weinig als Cyriel Verschaeve er een probleem mee had te collaboreren met de nazi's, net zo min zag Gaston Eyskens er tegenop samen te werken met VNV, Rex of Verdinaso. Gaston Eyskens zou zelfs opgemerkt zijn op een persoonlijk etentje met Léon Degrelle (wat hij later altijd formeel ontkende), maar dat etentje was voor de Belgische bisschoppen het signaal om Gaston Eyskens, samen met vier andere professoren van de Leuvense universiteit, spreekverbod op te leggen. Heeft dit spreekverbod Gaston Eyskens behoed voor daadwerkelijke collaboratie, naar het voorbeeld van zijn vele VNV, Rex en Verdinaso vrienden?

Uiteindelijk kwam door deze bisschoppelijke interventie ook het "project" KVV-VNV ten einde. Een onfris verleden, zeer zeker, bemerk dat in dit overzicht de Vlaamse Concentratie niet vermeld staat.

Maar wat is de relevantie daarvan voor CD&V, vandaag?

Bij de stichting van CVP werden vele principes van de KVV-VNV overgenomen. Gaston Eyskens werd één van de prominenten van de CVP, en naar zijn eigen zeggen weerspiegelt de staatshervorming van 1970 zijn ideeën uit de Vlaamse Concentratie.

De tweede relevantie is de mildheid die CVP steeds en altijd aan de dag gelegd heeft ten aanzien van de collaboratie, en als je het verleden van de partij kent, is dat allerminst verwonderlijk. Ook vandaag is CD&V-huisideoloog Wouter Beke bijzonder vriendelijk voor het fascisme:

"In de jaren '30 kwam er nog een andere uitdaging bij. Niet alleen de liberale vrije markteconomie, maar ook de liberale democratie kwam onder een spervuur van kritiek liggen. Voor linkse katholieken leverden de democratisering en de veralgemening van het stemrecht niet op wat ervan verwacht werd. Voor een invloedrijke minderheid van conservatieve katholieken was die democratisering van het goede teveel en zij wierpen zich op als erfgenaam van het oude contrarevolutionaire traditionalisme. Het liep grondig fout met de samenleving en er werd daarom gezocht naar iets nieuws. Een nieuw politiek, sociaal en economisch antwoord werd geformuleerd door het fascisme. Dit regime kende een belangrijke aantrekkingskracht, ook bij een aantal katholieken, omdat het in zijn reactie t.o.v. het liberalisme en het socialisme een nieuw alternatief bood."

Het fascisme uit dertiger jaren was dus voor Wouter Beke niets meer dan wat onschuldig gezoek naar "iets nieuws" uit "onvrede met het liberalisme". Wouter Beke is anno 2007 zeer zeker zijn ultramontane oorsprong niet vergeten.

Er is nog een derde relevantie, namelijk de verkiezingsnederlaag van 1936. Over de betekenis van zulke nederlagen voor de Vlaamse katholieke politiek, schrijft Wouter Beke:

"Dan stelde de partij zich even existentiële vragen en keerde men terug naar de grond van de politieke actie. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat de C.V.P. een partij is die gedurende vijftig jaar quasi voortdurend aan de macht is geweest. "Omdat ze opereert als beleidsmachine in het centrum van de macht, moet ze haar standpunten vanuit de techniciteit van het regeringsbeleid bepalen, met het gevolg dat haar beginselen en centrale doelstellingen al te vaak in de mist verdwijnen." aldus B.J. De Clercq. Pas als die macht in gevaarkomt, wordt er teruggegrepen naar de eigen fundamenten."

Ook na een verkiezingsnederlagen van 1999 en 2003 grijpt de CVP, net als in 1936, terug naar haar fundamenten, dwz wordt ze een fundamentalistische partij. Het personalisme wordt uit de kast gehaald, de KUL-moraaltheoloog en personalist Luk Bouckaert wordt adviseur bij UNIZO, de voorzitter van UNIZO, Kris Peeters wordt minister en nu Minister-President, en CVP wordt CD&VN/N-VA, alles naar het voorbeeld van de Vlaamse Concentratie KVV-VNV (&Rex) uit 1936. Opnieuw, na zeventig jaar, vinden religieus katholiek fundamentalisme en nationalistisch fundamentalisme elkaar.

CD&V/N-VA is dus niets minder dan de historische erfgenaam van het zo goed als collaborerende KVV-VNV, en net als de Vlaamse Concentratie zich richtte op de leer van het Vaticaan (toen solidarisme en corporatisme), doet CD&V dat opnieuw door haar nadruk op personalisme. Oude wijn in nieuwe vaten: katholiek en reactionair lekenactivisme tegen de seculiere democratie, omdat die, aldus het Vaticaan, "steunt op de mens".

Katholiek personalisme en Vlaamsgezind confederalisme hangen nauw samen. Beide ideologieën vinden in Kris Peeters een overtuigd pleitbezorger: alles voor een Vaticaanse herkerstening van het Vlaamse Volk, Gods Schepping en Wil.

In de volgende bijdrage ga ik in op de visie op ondernemerschap van CD&V.

Start opnieuw bij (1) van deze serie.

Geen opmerkingen: